Bestrijdt woestijnvorming zonder monoculturen
Een monocultuur is een aanplant van één soort of één variëteit van bomen. Omdat het maar één variëteit is hebben deze aanplantingen een hele slechte invloed op de ecologie. Als er maar één variëteit is kunnen er maar een paar soorten dieren van leven en levenscycli worden onmogelijk. Dit resulteert vaak in plagen omdat natuurlijke vijanden om de te hoge aantallen van bepaalde (beschadigende) dieren in evenwicht te brengen niet bestaan onder zulke omstandigheden.
De huidige ontwikkeling van het planten van grote gebieden van tienduizenden hectares met bijvoorbeeld alleen Eucalyptus of alleen Acacia’s zal een grotere ramp zijn voor het milieu dan de savannes. In het geval van monoculturen is het beter om een woestijn te hebben dan een ‘groene woestijnmonocultuur’.
Oplossing
De opbrengst van bossen kan veel hoger liggen als we kiezen voor een combinatie van ecologische en economisch interessante bomen, combined growing:
- Ecologisch interessante bomen in gebieden waar oogsten moeilijk is (gaten, ravijnen, steile hellingen, arme grond)
- Economisch interessante bomen in combinaties, bijvoorbeeld
- Hoog groeiende bomen in combinatie met struiken die fruit produceren
- De hoog groeiende bomen in 5 of 10 verschillende variëteiten die een symbiose vormen terwijl ze groeien
- De hoog groeiende bomen verdelen in snel, langzamer en erg langzaam groeiend. Bomen kappen beginnend met de snelst groeiende en eindigen met de langzaamst groeiende.
- De langzaamst groeiende zouden de hoog groeiende variëteit moeten zijn zodat de andere bomen eronder kunnen groeien
Geschikte bomen voor 'combined growing'.
Dit is een boomlijst die monoculturen kan voorkomen (Bron ‘Wood Energy’ FAO – Unisylva - editor T.M. PASCA):
Soorten | Ecosysteem | Br* | Hout* | L.k.h.* | Ander gebruik | Methode van voortplanten | Jaarlijkse regenval en klimaat/bodem condities |
1. Acacia arabica |
Windschermen |
XX |
X |
Peulen als veevoer |
Direct zaaien op hopen, stroken of lijnen. |
Alluviale of leemachtige grond; vochtige voorwaarden |
|
2. Albizzia falcataria |
Schaduwboom |
XX |
XX |
X |
Direct zaaien of zaailingen kweken in kwekerij |
Brede variatie aan grond, maar verkiest leemachtige grond en goede regenval |
|
3. Bamboo (several spp.) |
Levende afscheiding |
X |
X |
XX |
Grondstof voor plattelands-huisjes |
Zelden van zaden. |
Leem- of kleiachtige grond; matige tot veel regenval |
4. Calophyllum inophyllum |
Schaduwboom voor belevingswaarde (langs de weg, rond huizen, publieke tuinen) |
XX |
Brandbare olie |
Zaailingen kweken in kwekerij |
Leemachtige-kleiachtige grond; matige tot zeer vochtige omstandig-heden |
||
5. Cassia siamea |
Schaduwboom in aanplantingen |
XX |
X |
Direct zaaien van zaden in lijnen. |
Zware regenval (slechte groei in droog klimaat) |
||
6. Casuarina equisetifolia |
Boslandbouw systeem |
XX |
XX |
X |
Tannine schors |
Zaailingen kweken in Kwekerij. Planten (1.5- tot 2-m ruimte) of als het te dichtbij is vroeg snoeien nodig |
Zanderige grond; kan regenval tussen 800 en 5000mm hebben |
7. Combretum quadrangulare |
Rijstveld dijken |
XX |
X |
Medicijn |
Zaailingen gekweekt in een kwekerij. Direct voeden mogelijk |
Leembodem. Langzame groei op zandgrond; gemiddelde regenval tussen 1500 en 2000 mm over 5/6 maanden |
|
8. Cordia alliodora |
Boslandbouw systeem |
XX |
X |
Gelijk zaaien (verschillend succes) Zaailingen van Kwekerij |
Vochtige, goed gedraineerde terreinen; 1500-2000mm regenval. |
||
9. Glyricidia spp. |
Schaduwbomen op plantage of als levende inzet |
X |
X |
Gelijk voeden of afgeknot planten |
Alluviale of kleiachtige bodem, hoge regenval of vochtige omstandigheden |
||
10. Grevillea robusta |
Schaduwbomen op thee of koffie plantages. |
XX |
Zaailingen van de kwekerij |
Zandgrond; 700 tot 1 500-mm regenval in de zomer |
|||
11. Leucaena glauca |
Windschermen |
XX |
X |
Veevoer |
Gelijk zaaien of stekken |
Neutrale of alkaline grond, slechte groei op zure bouwgrond; regenval 600- 1700mm |
|
12. Morus indica (M. alba) |
Regulieren plantages voor zijderupsen. |
X |
X |
Fruit bladeren voor zijdeworm |
Gelijk zaaien of tak snijden |
Lichtte zandgrond. Matige tot hoge regenval (1800 – 2500) of kanaal planten. |
|
13. Pithecellobium saman |
Schaduw/ faciliteit bomen |
XX |
X |
Veevoer |
Gelijk zaaien of zaailingen van de kwekerij |
Klei of leemachtige grond; hoge regenval; vochtige condities. |
|
14. Prosopis spp. |
Plantages voor brandhout |
XX |
X |
Veevoer |
Direct zaaien (als het geïrrigeerd is) of afgeknot planten |
Droge grond, niet buitensporig vochtig; groeit op rotsachtige en zoute grond |
* Brandhout, Hout, Licht kaphout
Downloads en links
Een aantal artikelen over negatieve effecten van monoculturen: